Zaterdag, 9 juni 2012, om 7:00 uur ‘s morgens staat Coen “op de stoep”. We vertrekken naar Cadier en Keer, het zelf bedachte startpunt van de Mergelheuvelland tocht die we gaan rijden. Omdat zich verder niemand heeft aangemeld hebben we gaan we zaterdag in plaats van zondag. En we zullen geen spijt krijgen van ons besluit deze tocht te fietsen.
Na een zeer rustige autorit stappen we om 9:10u op de fiets. Het is nog fris, en er staat een bak wind, en dat zal de hele dag zo blijven. We rijden grof genomen pal zuid. Het stuk door Limburg is mooi, waarna we in België over een fietspad langs de Maas gaan. Ten zuiden van Visé verlaten we het rivierdal en begint het klimwerk. We fietsen afwisselend op mooie wegen en op wegen waarvan je je afvraagt hoe het in godsnaam mogelijk is geweest dat in september 2011 hier bij de officiële toertocht duizenden fietsers achter elkaar aan zijn gegaan. Tamelijk veel verkeer, veel bebouwing en heel veel gaten in de weg. Pas als we zuidelijker zijn dan Luik krijgen we weer de bekende Ardense vergezichten. Ondertussen hebben we vanaf de start steeds pal de wind ford tegen en met z’n tweeën geen kans om ons te verschuilen achter een brede rug want we blijven soer naast elkaar fietsen.
Terwijl we het zuidelijkste punt van de tocht naderen krijgen we een schitterende afdaling naar het van oost naar west lopende Vesdre dal, en daarna aan de zuidelijke oever weer een prachtige beklimming van ca. 200 meter omhoog. We maken een ruime rechter bocht en vallen weer omlaag naar de Vesdre, om vervolgens weer aan de noordzijde een even heftige beklimming uit het dal te krijgen. Niet veel later volgt zo’n bult waarvan iedere toerorganisator meent dat deze in een toertocht hoort te zitten, namelijk een klim van permanent boven de 15% (max. 21%, naam onbekend).
We hebben er 70 km opzitten en vragen ons af waar we koffie kunnen gaan drinken. Nou, dat zou voorlopig niet lukken. De weg terug naar het noorden is van grote schoonheid, veel op en af en mooie uitzichten, maar nergens een café. Pas als we na 113 km in ‘s Gravenvoeren zijn op een paar kilometer van de grens met Nederland zien we de eerste uitspanning en kunnen de benen gestrekt worden. Hierna snel terug naar de startplek en om 15:30u bereiken we na 131km, 1950 hoogtemeters, 5uur en 40 minuten fietsen (gem. 23km/h) de auto. Om 17:45u ben ik thuis en om 18:00u kijk ik naar een voetbalwedstrijd die verkeerd afloopt.
Na een zeer rustige autorit stappen we om 9:10u op de fiets. Het is nog fris, en er staat een bak wind, en dat zal de hele dag zo blijven. We rijden grof genomen pal zuid. Het stuk door Limburg is mooi, waarna we in België over een fietspad langs de Maas gaan. Ten zuiden van Visé verlaten we het rivierdal en begint het klimwerk. We fietsen afwisselend op mooie wegen en op wegen waarvan je je afvraagt hoe het in godsnaam mogelijk is geweest dat in september 2011 hier bij de officiële toertocht duizenden fietsers achter elkaar aan zijn gegaan. Tamelijk veel verkeer, veel bebouwing en heel veel gaten in de weg. Pas als we zuidelijker zijn dan Luik krijgen we weer de bekende Ardense vergezichten. Ondertussen hebben we vanaf de start steeds pal de wind ford tegen en met z’n tweeën geen kans om ons te verschuilen achter een brede rug want we blijven soer naast elkaar fietsen.
Terwijl we het zuidelijkste punt van de tocht naderen krijgen we een schitterende afdaling naar het van oost naar west lopende Vesdre dal, en daarna aan de zuidelijke oever weer een prachtige beklimming van ca. 200 meter omhoog. We maken een ruime rechter bocht en vallen weer omlaag naar de Vesdre, om vervolgens weer aan de noordzijde een even heftige beklimming uit het dal te krijgen. Niet veel later volgt zo’n bult waarvan iedere toerorganisator meent dat deze in een toertocht hoort te zitten, namelijk een klim van permanent boven de 15% (max. 21%, naam onbekend).
We hebben er 70 km opzitten en vragen ons af waar we koffie kunnen gaan drinken. Nou, dat zou voorlopig niet lukken. De weg terug naar het noorden is van grote schoonheid, veel op en af en mooie uitzichten, maar nergens een café. Pas als we na 113 km in ‘s Gravenvoeren zijn op een paar kilometer van de grens met Nederland zien we de eerste uitspanning en kunnen de benen gestrekt worden. Hierna snel terug naar de startplek en om 15:30u bereiken we na 131km, 1950 hoogtemeters, 5uur en 40 minuten fietsen (gem. 23km/h) de auto. Om 17:45u ben ik thuis en om 18:00u kijk ik naar een voetbalwedstrijd die verkeerd afloopt.