Rustig fietsend vanuit Brummen kwam ik bijtijds bij de Spar, waar Ton al stond te wachten. Spoedig kwam Meindert, en vervolgens kwamen ze in grote getale: Pieter, Jan, Ruud, Maarten, Ferry, Wiebe, Coen, Rocus en Willem. En grote opkomst waaraan het goede weer zeker heeft bijgedragen. Maarten gaf aan om 11 uur thuis te willen zijn, dus werd besloten om naar Deventer te fietsen en koffie te drinken in Dieren.
Via Hall, Voorst en langs de IJssel naar Deventer. Vooral het stuk langs de IJssel met wind mee zat de vaart er goed in; Maarten en Ruud zaten op kop en trokken er flink aan, met snelheden tussen 35 en 40. Over de IJsselbrug en dan helaas met wind tegen weer richting Dieren. Maar bij het kruispunt Epse sloegen Coen en Ferry af richting Laren, met 10 man verder. Het tempo met wind tegen zat er goed in, door Gorssel, achter Eefde langs en over het industrieterrein van Zutphen. Bij de RABO bank was een groot fietsfestijn, maar gelukkig hadden we daar weinig last van. Hoewel, het blijft oppassen met al die oudjes met e-bikes. Na Zutphen ging het kop over kop tegen de harde wind in. In Brummen kreeg ik even de gedachte om thuis koffie te gaan drinken (ik kwam vlak bij huis langs), dan kon ik de dobbelsteen ontwijken. Maar dergelijk ontwijkend gedrag zou de Bello’s onwaardig zijn, dus verder fietsen. Tussen Leuvenheim en Spankeren heb ik op kop er nog maar een tandje bij gezet, ca. 40 km/h (en maximum hartslag…), met als gevolg dat het achter in het peloton begon te kraken. Rocus raakte achterop en Willem liet zich daarom afzakken.
Bij het koffieadres gingen Maarten en Ruud naar huis, we kwamen met 5 aan bij Carolinahof voor de koffie, daar kwamen Willem en Rocus spoedig bij. Dan ontbreekt nog Pieter. Tijdens de koffie wordt Pieter gebeld, hij blijkt voor Spankeren al eerder te zijn gelost zonder dat de anderen het hebben gemerkt, en hij is naar huis gefietst. Rocus is jarig geweest en trakteert; we laten ons de koffie met appeltaart en bosvruchtentaart goed smaken. Dan gooit Wiebe de beruchte dobbelsteen op tafel. Ik gooi 6 en Meindert ook. In de herkansing ga ik het schip in, dat wordt helaas schrijven. Zouden de andere afvallers dit ritueel bewust hebben gemeden?
Ton gaat na de koffie naar huis, met 6 Bello’s gaan we de Lange Juffer op om tenminste nog een aantal hoogtemeters te kunnen maken. Maar alras gaan Wiebe en Willem rechtsaf richting Dieren. Later gaat Jan linksaf de Bloemersweg richting Velp, en met z’n 3-en gaan we richting Laag-Soeren. Er wordt mij verteld dat dit een typische Bello-rit is, met al die afvallers, het verhaal van de 10 negertjes.
Om kwart over 12 kom ik thuis, na 85km, en een gemiddelde van bijna 31 km/h (tijdens de gezamenlijke rit lag dit een stuk hoger). En een zeer voldaan gevoel.
Via Hall, Voorst en langs de IJssel naar Deventer. Vooral het stuk langs de IJssel met wind mee zat de vaart er goed in; Maarten en Ruud zaten op kop en trokken er flink aan, met snelheden tussen 35 en 40. Over de IJsselbrug en dan helaas met wind tegen weer richting Dieren. Maar bij het kruispunt Epse sloegen Coen en Ferry af richting Laren, met 10 man verder. Het tempo met wind tegen zat er goed in, door Gorssel, achter Eefde langs en over het industrieterrein van Zutphen. Bij de RABO bank was een groot fietsfestijn, maar gelukkig hadden we daar weinig last van. Hoewel, het blijft oppassen met al die oudjes met e-bikes. Na Zutphen ging het kop over kop tegen de harde wind in. In Brummen kreeg ik even de gedachte om thuis koffie te gaan drinken (ik kwam vlak bij huis langs), dan kon ik de dobbelsteen ontwijken. Maar dergelijk ontwijkend gedrag zou de Bello’s onwaardig zijn, dus verder fietsen. Tussen Leuvenheim en Spankeren heb ik op kop er nog maar een tandje bij gezet, ca. 40 km/h (en maximum hartslag…), met als gevolg dat het achter in het peloton begon te kraken. Rocus raakte achterop en Willem liet zich daarom afzakken.
Bij het koffieadres gingen Maarten en Ruud naar huis, we kwamen met 5 aan bij Carolinahof voor de koffie, daar kwamen Willem en Rocus spoedig bij. Dan ontbreekt nog Pieter. Tijdens de koffie wordt Pieter gebeld, hij blijkt voor Spankeren al eerder te zijn gelost zonder dat de anderen het hebben gemerkt, en hij is naar huis gefietst. Rocus is jarig geweest en trakteert; we laten ons de koffie met appeltaart en bosvruchtentaart goed smaken. Dan gooit Wiebe de beruchte dobbelsteen op tafel. Ik gooi 6 en Meindert ook. In de herkansing ga ik het schip in, dat wordt helaas schrijven. Zouden de andere afvallers dit ritueel bewust hebben gemeden?
Ton gaat na de koffie naar huis, met 6 Bello’s gaan we de Lange Juffer op om tenminste nog een aantal hoogtemeters te kunnen maken. Maar alras gaan Wiebe en Willem rechtsaf richting Dieren. Later gaat Jan linksaf de Bloemersweg richting Velp, en met z’n 3-en gaan we richting Laag-Soeren. Er wordt mij verteld dat dit een typische Bello-rit is, met al die afvallers, het verhaal van de 10 negertjes.
Om kwart over 12 kom ik thuis, na 85km, en een gemiddelde van bijna 31 km/h (tijdens de gezamenlijke rit lag dit een stuk hoger). En een zeer voldaan gevoel.