Vanmorgen bij de start: Pieter, Ferry, Henk, Roel, Wiebe, Ruud en ik. Wiebe verordonneerde dat het de laatste rit van het seizoen op de racefiets zou zijn. Wij knikten allen van ja, maar zag ik niet enkelen achter de rug van Wiebe nee schudden? Met zo'n gezicht als: "Dat maken wij zelf wel uit!"? Het blijft ten slotte Bello, hè. Wiebe kreeg in ieder geval zijn zin: we zouden naar Bakker in Vorden fietsen en aldus kwam het peloton op gang. 't Was fris koud, maar daar waren we op gekleed. Echter niet iedereen had een Bello-hesje over zijn wintershirt, wat de betreffende fietser op een verwijtende blik van de president kwam te staan. De meesten hadden de overschoenen aangetrokken en de mountainbikehandschoenen.
Met Roel en Ruud op kop, af en toe afgewisseld door Henk of Pieter ging het via Doesburg, Achter-Drempt, Keppel en Hummelo richting Oosterwijk (tussen Zelhem en Hengelo (O). Daarna met een wijde boog over de Varssel-ring en Linde naar Vorden. Bij Bakker werden wij gastvrij ontvangen door de Patroon en de Patrones. Koffie met het Vordense appeltaartje met of zonder slagroom. Geanimeerde gesprekken over alles en nog wat. Daarnaast de op onze leeftijd gebruikelijke berichten over ziekte of erger. Plus de constatering dat alleen Pieter nog werkte (om duistere reden telde Henk even niet mee). Ook onbetaalde taken ten behoeve van de maatschappij schenen niet mee te tellen.
Vanuit Vorden reden we weer terug over Vierakker, Bronsbergen, de brug over de IJssel naar Cortenoever. We volgden het prachtige nieuwe pad langs de IJssel bij Cortenoever en reden vervolgens via Brummen en Leuvenheim terug naar huis.
Ik had 63,3 km met en gemiddelde van 26 km/uur en een maximum van 37 km/uur. Hoogtemeters: 100 en gemiddelde hartslag van 118 bpm (max 150). Bijna 2,5 uur bewogen en om 12:00 uur weer thuis.