Een mooi viertal staat al gereed als ik arriveer. Wiebe, weer helemaal zichzelf. Willem, hersteld en nu al op het Pyreneeën gewicht. Jan, sterk als een beer. En Pieter, vandaag de onbetwiste leider, de richting bepalend en het vuile werk op kop opknappend.
Doel voor vandaag is Victoria. De bospaden zijn net als afgelopen weken lekker bevroren – de fietsen blijven schoon – maar ook liggen er bevroren sneeuwresten en het nodige ijs. Soms is het stevig uitkijken en uitwijken. Tot onze grote schrik gaat Wiebe al vrij snel onderuit. Schrikken. Heup? Of andere delen beschadigd? Nee hoor, deze fietser beschikt op zijn leeftijd nog steeds over een fenomenale valtechniek en blijkt zich gewoon uit de nesten gerold te hebben. Opgelucht fietsen we verder.
Hoogtepunten op de heenreis zijn het randje Sprengen dat we doen en vervolgens de Eerbeekse bossen die er goed fietsbaar bij liggen, overigens gaat de jaarlijkse MTB-tocht vanuit Eerbeek niet door; het Gelders landschap is kritischer geworden – Aldus de krant.
Via de top op de Loenenmark en het boerderijtje van Van Ark gaan we naar het Deelerwoud waar om voor mij niet heldere redenen een heuse stemronde wordt gehouden over de pauzeplek. Het chauffeurscafe wint met gemak. Na nog een rondje Varenne worden we gastvrij onthaald door de dames van voorheen Mendel.
Viermaal Apfelstrudl en een gevulde koek. Alleen al voor deze pauze zou je op de MTB stappen. Terwijl binnen de kachel brandt en de koffie wordt genuttigd, meent Wiebes voorband zich van alle lucht te moeten ontdoen. Als we buiten komen, moeten de handschoenen direct weer uit en wordt met tien handen in rap tempo de binnenband verwisseld en kan de terugreis beginnen. Helaas blijkt het tempo te snel zijn geweest, na een aantal kilometers eist Wiebe opnieuw alle aandacht op. De voorband is weer leeg. Drie 28 inch reservebanden zijn beschikbaar, en een 26 inch. Maar deze laatste blijkt in de betreffende fietstas in lucht te zijn opgegaan. Resteert dus Pia! Deze reageert direct op het telefoontje zodat we Wiebe, met bloedend hart, alleen in het bos achter laten. We stellen al fietsend vast dat de autoweg nog een flink stuk te gaan is.
Omdat Margriet wacht, wordt een schepje bij het tempo opgedaan en zijn we al snel onder aan de Lange Juffer. Zonder competitie – is Jan te sterk? – rijden we naar boven zodat ik hiervan geen verslag kan doen. Boven op de Elsberg sla ik linksaf richting het mooie Eerbeek in de wetenschap dat we elkaar zaterdag al weer treffen, maar dan met een glas wijn in de hand. Bij het schrijven van dit verslag nog steeds niet gebeld door Pia, ik ga er vanuit dat Wiebe heelhuids uit het bos is opgepikt.