Vrijdagavond verzamelen Harry, Meindert, Ruud, Rocus, Rijck, Fred en Ferry bij hotel Atlas in Valkenburg, schuin tegenover hotel Schaepkens waar we doorgaans logeren. Na een hernieuwde kennismaking wordt er op tijd opgebroken want morgen moet iedereen vroeg uit de veren. Tijdens het ontbijt arriveert Frank zodat de groep compleet is. Om half negen, exact op het afgesproken tijdstip, is het vertrek. Het is nog een beetje nevelig, maar iedereen is in korte broek en korte mouwen want het belooft een stralende dag te worden. Meindert heeft nog niet veel kilometers in de benen en heeft al aangekondigd niet de hele tocht mee te fietsen maar na een gezamenlijk begin zijn eigen rondje te gaan doen. Rocus fietst zo ongeveer voor het eerst op zijn splinternieuwe blitse de Rosa fiets. Eerst gaat het in rustig tempo de Sibbergrubbe op, een mooie klim om de benen warm te krijgen. Om een hoek in Gulpen is daar voor sommigen als verrassing de klim van de Gulpenerberg, onderaan 15%, naar boven toe geleidelijk vriendelijker. Mijn ketting vindt het niet leuk en ik zal naderhand de nieuwe derailleur moeten bijstellen. We ziet vele fruitbomen in volle bloei, weiden vol met pinksterbloemen en paardenbloemen en een strak blauwe lucht. Vanuit Epen doen we de klim richting Sippenaken en zijn we al in België, in de Voerstreek. Nu krijgen we de lange vriendelijke klim naar Henry Chapelle waar we voor de zoveelste keer tot onze grote schande het oorlogskerkhof links laten liggen. Hier zitten we al dik in de echte Ardennen. Meindert is inmiddels zijn eigen weg gegaan. Na een mooie afdaling naar Limbourg in het dal van de Vesdre volgt de lange klim van meer dan 200 hoogtemeters langs de kasteel achtige grote kerk in de bovenstad, tot Surister. We zitten inmiddels op een hoogte van ca. 400 m. Na 60 km fietsen we dwars door Spa. De terrassen zitten er vol. Zonder af te stappen, en onder protest van een enkele deelnemer, gaat het verder de Rosier op. Een mooie gelijkmatige klim door het bos waar Harry zich meet met enkele plaatselijke helden. Hier bereiken we het dak van onze tocht op een hoogte van 454 m. Vervolgens krijgen we het schitterende uitzicht tussen Creppe en Winanplanche, wat mij betreft het mooiste uitzicht in de Ardennen, en gaat het weer noordwaarts. Na 83 km en 1400 hoogtemeters genieten we van onze eerste pauze, traditioneel in Banneux. We zitten op het overdekte terras waar de croque monsieur erg populair blijkt te zijn. Na de lange afdaling naar Nessonvaux in het Vesdre dal klimmen we het dal weer uit naar Soumagne. Hierna krijgen we vele kortere steile klimmetjes en afdalingen na elkaar en passeren Herve en Blegny om vervolgens in Val Dieu op het terras te belanden. We hebben er 114 km en bijna 1900 hoogtemeters op zitten en de trappist laten we ons goed smaken. In de laatste 28 kilometers hebben we nog drie echte klimmen te verstouwen, de klim langs Aubel en door St. Jean Sart, de klim naar de Plank op de Nederlandse grens en steile klim vanuit Noorbeek naar Bergenhuizen. Er tussen ligt nog de mooie lange afdaling naar Sint Pieters Voeren. Tegen kwart voor zes bereiken we ons hotel na 142 km en 2300 hoogtemeters. Op het terras treffen we Meindert weer die een ronde van 60 à 70 km heeft gefietst. Het was een prachtige dag.