Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Al gaan de

Al gaan de benen nog zo snel de verhalen volgen wel! Geprikkeld door het verhaal van Bouke volgt nu het relaas van de 11 heuvelentocht Rond 8 uur ontmoeten Wiebe Wim Ferrie Coen en ik elkaar op een modderige wei bij Epe, die als parkeerplaats dienst deed voor alle deelnemers aan de 11H-tocht zoals op alle bordjes stond. Helaas moest Rijck vanwege familie-besognes verstek laten gaan. Daar zal hij spijt van houden, want we reden een voor treffelijk uitgepijlde tocht met op alle kruisingen goede verkeersregelaars, goede fouragering en een mooi landschap waar we de hele dag in de zon door mochten fietsen. Om de 11 Heuvelen te halen moesten we wel vaak rare lussen rijden. Overigens hadden we aan het eind van deze tocht slechts ongeveer 320 hoogtemeters gereden. Zoals onderling afgesproken vertrokken deze 5 mannen keurig in het Bello-tenue. Dit maakt dat iedereen ons meer als een eenheid herkende en dat we ons ook als zodanig gedroegen. Aangemoedigd door de heldere ochtendzon, die prachtige strepen in het bos trok reden we al snel in het vertrouwde Bello-tempo van 30+ en verzameld heel geleidelijk een grote groep volgers achter ons. Door onze herkenbaarheid liet men het kopwerk ook aan ons over. Maar al snel kwam er een afsplitsing en bleek het gros voor de 100 km-route te hebben ingeschreven. Zo reden we weer met ons 5-en verder en kwamen op bekend terrein, want het meest zuidelijke deel van de tocht gaat juist boven het Loo langs, waar wij met onze tocht rondom Apeldoorn ook door komen. Daarna omhoog naar de Julianatoren tot de afslag naar Uddel. Op deze “klim” werden we door 2 fietsers voorbij gereden wat tot dan nog niet gebeurd was. Dit gaf enige beroering in ons “peletonnetje”. Volgens de oude regels van de kunst hebben we ze even laten zwemmen en zijn er daarna met vertoon van macht op en over gegaan. In de afdaling naar Uddel werd weer “volle bak”gereden zodat we ook echt met zijn vijven overbleven. De sfeer onderweg was heel gemoedelijk en bij alle controle-posten was een gezellige drukte zonder dat er lang gewacht hoefde te worden. Onze gemiddelde snelheid bleef hoog en al pratend trokken weer door het land. Toen we besloten koffie te gaan drinken na ongeveer 90 km duurde het erg lang voordat we een cafe konden vinden. Uiteindelijk draaiden we op volle snelheid het parkeer terrein op van AC-restaurant in het Harde, waar we werden gevolgd door enige fietsers die ons blindelings achterna reden. Na koffie en appel-citroentaart in de zon gingen we verder richting de fameuze “Knobbel”van ’t Harde en met weer zo’n fameuze lus terug naar beneden aan de andere kant van de weg. Heel geleidelijk begonnen mijn benen signalen te geven, dat ze het wel welletjes begonnen te vinden. Dit was dit jaar mijn eerste fietstocht verder dan 100 km. Bij een viaduct kon ik de tempo-versnelling van Coen en Ferrie niet volgen en een kleine klim in Hattem werd voor mij steeds steiler. Gelukkig was boven op de “klim”een controle-post met heerlijke appels en een comfotabel stoeltje. Hoe het kan weet ik ook niet maar na 4-5 minuten rust en dat fameuze appeltje kon ik weer gewoon mee draaien. Ik zag echter af van verder kopwerk, maar dat was ook niet meer nodig want Willem rook de stal en reed als een schicht de laatste 10 km op kop. Met een gemiddelde snelheid van 31,5 km/h kwamen we weer bij het startpunt aan waar helaas het beloofde shanti-koor niet aanwezig bleek. Nadat iedereen(behalve Coen:de BOB) zijn welverdiende bruin biertje had gedronken gingen we voldaan terug naar Dieren, Ellecom en Eerbeek.