Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Een praatj

Een praatje over de van der Waalsheg zondagmorgen. Bouke staat in de startblokken om naar Eerbeek te fietsen. Hij vreest dat de andere Escargots het wel eens kunnen laten afweten. Want het regent, hoewel op dat moment nog maar heel weinig. Eenzelfde vrees bekruipt mij, klaar staande om naar de Spar te gaan. Fout gevreesd dus. Want Coen en Willem staan al te wachten en eventjes later komt ook Roel nog aangefietst. Leuk is dat er altijd wat in te brengen en te kiezen valt op zondagmorgen. Of, als die keuze jou niet aanstaat, te mopperen. Het koffieadres deugt niet, de windrichting staat je niet aan, de route is te lang, te kort, met teveel of te weinig heuvels, je vreest te laat of te vroeg thuis te komen en noem maar op. Maar vanmorgen had iedereen vrede met de keus om in de Boer’n Kinkel in Hoenderloo koffie te gaan drinken. Er naar toe via de Posbank, de Koningsweg en Otterlo en dan na de koffie maar bekijken hoe we de rit afronden. Komt tijd, komt raad. Dus vertrekken Roel, zonder, en Coen, Willem en Wiebe met de regenjasjes aan. Dat duurt maar even en dan gaan ook bij die drie de jasjes uit. Via de Hees, de Schaapsallee en de Burg. Bloemersweg gaat het omhoog richting de Posbank. Bijna boven zien we in ons blikveld een veelkleurig palet van renners in regenjasjes opdoemen. Dat roept de natuurlijke neiging van ” d’r op en d’r over “ bij ons vieren op. Dus nog even extra stevig aangezet op dat venijnige klimmetje om onze “rivalen” de hakken te laten zien. Blijken het een stuk of vier, vijf Escargots te zijn die de spreuk “Luctor et Emergo“ treffend in beeld brengen. Ook Bouke zat dus fout met zijn inschattend vermogen en had fietsvrienden om zich heen. In tegenstelling tot de verwachting was het inmiddels weer gaan regenen en werden de regenjasjes aangetrokken. In gestrekt tempo ging het langs de brandtoren naar de kop van de Koningsweg. Net over het viaduct werd even wat rustiger gereden en zo kon het gebeuren dat een vreemde renner ons zomaar voorbij fietste. Je zag onze groep opveren. Dat konden we natuurlijk niet over onze kant laten gaan en aldra fietsten we hem full speed voorbij. Maar hij klampte goed aan en werd deel van de groep. Jammer genoeg was zijn bestemming Wageningen, want met zijn opmerking dat wij een hoog tempo fietsten streelde hij onze ego ’s en hadden we hem er graag bij gehouden. Ja, de man wist vrienden te maken. Iets verder kreeg Coen last van zand in zijn ogen en begon daar eens stevig in te wrijven. Dat had hij beter niet kunnen doen want hij raakte in de berm waardoor hij kwam te vallen. Een lichte wond aan de enkel en een flink geschaafde heup was het gevolg. Kleding en fiets doorstonden de val. Coen klaagt niet en dus fietsten we verder alsof er niets gebeurd was. De gestaag neervallende regen zorgde er voor dat we er uit kwamen te zien als verzopen katten. Enigszins timide keken wij dan ook bij de Boer’n Kinkel door de schuifdeur, erop voorbereid om weggestuurd te worden. Maar er werd ons geen strobreed in de weg gelegd. Behalve dan de blikken van de aanwezigen die uiteen liepen van bewonderend tot meewarig. Na de koffie begon het geluk Roel toe te lachen. Het begon ermee dat hij de restitutie opstreek van een fout op de rekening. Klaar om weg te fietsen kwam de serveerster hem zijn armstukken achterna brengen. En goed en wel onderweg verloor hij ongemerkt iets uit zijn achterzak. Gelukkig bemerkten zijn kompanen dat wel. En Willem zou Willem niet zijn als zijn zoektocht in de berm geen resultaat zou opleveren. Terwijl Roel rustig doorfietste kon Willem hem zijn fietsbril terug bezorgen. Dan heb je over geluk toch niet te klagen. Via de route van het trainingsrondje werd de tocht afgemaakt. Roel nestelde zich op kop en testte iedereen op z’n uithoudingsvermogen zodat het venijn vandaag in de staart zat. Rond half een waren we weer op onze thuisbasis. Een praatje over de v.d. Waalsheg leverde op dat de Escargots het onderweg snel voor gezien hadden gehouden. Ze waren al om half twaalf thuis. Zelfs de koffie was er bij ingeschoten. En misschien waren ze ook wel een beetje gedesillusioneerd door het vertoon van macht waarmee ze door de A-Bello ’s werden voorbij gestoken eerder die morgen. Tot volgende week!