Vrijdagmiddag, 16.00 uur. Terwijl de meeste Bello’s waarschijnlijk al aan de borrel zitten te vetkleppen of daar dicht tegenaan, maakt het eBello Oost-West team zich op voor de inmiddels de alweer vijfde gezamenlijke fietstocht, genaamd “De weg naar de Hemel”. Maar, zoals bekend, om Daar als zondaar te geraken is niet eenvoudig. Dat vergt offers. Fysieke, maar ook morele. Wat dat laatste betreft, wij zijn superbraaf en houden dus gepaste afstand. Hugo de Jonge, zelf goed CDA-christen, zou trots op ons zijn: tussen Roel en Willem zit toch al gauw een dikke 8 km en tussen hen en mij meer dan 120 m.
De hemel is in dit geval een besneeuwde bergtop, waar je alleen kunt komen door eerst een stuk door een Zuid-Amerikaans oerwoud, deels onverhard, te rijden en vervolgens 21 steile haarspeldbochten met heel veel hoogtemeters te bedwingen. Dat wat betreft de fysieke offers. Die hebben wij gebracht.
Het landschap verandert van tropisch naar mediterraan, dan loofbomen, steeds meer rotsen, meer ijs en sneeuw, we passeren afgelegen dorpen en verlaten campings en skiliften…
Als we al heel hoog zitten, staat er er een bord langs de weg “à 5 km mefiéz-vous du Yeti” (pas op voor de Yeti, de Verschrikkelijk Sneeuwman). En zowaar, in de mist zien we in de verte de contouren van iets dreigends opdoemen – nee, het blijkt een kale boom en achterliggende rotsformatie te zijn die ons, doordat onze zintuigen door uitputting zijn vertroebeld, parten speelt.
We moeten door, we zijn blij als het af en toe 7-8 % is, maar meestal stijgt het met een percentage van 9-10, soms meer…
Is dit werkelijk een getrouwe kopie van de Alpe d’Huez, het lijkt veel zwaarder. Of zijn we gewoon weer een paar jaartjes ouder?
Hoe verloopt dit heroïsch avontuur? Willem pakt meteen al de voorsprong, nog voordat we gaan klimmen. Schrijver dezes houdt hem goed bij, totdat een van de poezen besluit op de computer te springen, waardoor realiteit en virtualiteit even door elkaar gaan lopen. Willem grijpt zijn kans en gaat ervan door. Poes, Biscuit genaamd, wordt tot de orde geroepen, maar Willem verdwijnt al uit het zicht. Roel zwoegt, maar ligt te ver achter. Ik zie dat Willems voorsprong steeds verder toeneemt. 20 seconden, 30, 40… Hij gaat steeds harder fietsen lijkt het. Ik moet ernaar streven de achterstand gelijk te houden, en dat lukt. Sneeuwvlagen over de weg, het is guur en kaal, we zitten hoog, en daar zie ik hem in de verte. Fietst met een gelijkmatig tempo. Effe proberen: op de trappers staan en heel veel watts produceren. Dat helpt: ik kom dichterbij. Roel heeft hier allemaal niks mee van doen en fietst mooi gelijkmatig in eigen tempo naar boven.
Bij bocht drie ga ik achter Willem hangen. Keuze: samen naar de top – dat is nog flink wat klimmen – of het male-ego laten spreken ? Het laatste. Weer op de trappers uit het zadel, Willem voorbij en tot mijn verbazing gaat hij niet achter me hangen maar gooit kennelijk de virtuele handdoek in de ring. Nog twee steile haarspelden, wat is dat nog een klere -eind, en ik ben er eindelijk. Hoog in de bergen, met een fantastisch uitzicht!
We hebben afgesproken om op de top op elkaar te wachten, op zijn Bello’s, en het plan was om samen naar beneden te rijden. Dan gaat er iets mis: Willem lost op, verdwijnt, gelukkig alleen virtueel, en Roel valt nergens te bekennen. Ik ben bij bocht 1, zo zegt hij, en ik wacht en wacht, maar het blijkt bocht 2 te zijn en duurt dus langer. Ik wacht nog wat langer en krijg het koud. Daar zie ik hem aankomen. Samen afdalen? No way. Roel scheurt me voorbij en knalt, bijna net zoals in de reële wereld, met 70-80 km naar beneden. Omdat hij echter nu niet hoeft te remmen in de bochten, gaat hij steeds harder. Ik volg hem met moeite. Inhalen is onmogelijk. De afdaling met die snelheid, met wisselend perspectief, is ronduit spectaculair. En net zoals in het echt, denk je steeds: wauw, hebben we dit allemaal geklommen?
Beneden gekomen stappen we af, een hele dikke 1000 kilocalorieën armer, dus eigenlijk rijker, kapot, moe en voldaan. Degenen die dit nog steeds “een beetje dom trappen op een zolderkamertje” noemen, hebben – understatement- ongelijk – zie mijn poëtische ontboezeming hieronder.
Volgende week gaan we naar Londen, en geen Brexit, Corona of ander gemiezemuis houdt ons tegen!