Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Zondag 28 juni, de dag dat meer Bello’s het weer met elkaar aandurven.

Zondag 28 juni, de dag dat meer Bello’s het weer met elkaar aandurven. Maar liefst acht mannen staan om 8.30 uur gereed voor een fijn rondje fietsen. Gelet op de zuidwesterstorm ligt het reisdoel voor de hand: de Blauwe Kamer, nagenoeg in Rhenen. De storm speelt het peloton parten, al op weg naar de Elsberg breekt het tweeën waarbij Maarten, Ferry, Arre en Pieter ongegeneerd wegrijden van Wiebe, Ton, Meindert en mij. Dit wegrijden gebeurt daarna nog vaker maar meer gecontroleerd. Samen uit, samen thuis.

Ook moet er weer gewend worden aan de stoplichten. Wat doen we met een rood licht? Of een rood licht bij een leeg kruispunt? En hoe om te gaan met een kapot remlicht? Volgens Wiebe het mankement aan Maartens fiets waardoor hij bij Renkum Maartens stop niet opmerkte, tegen hem aanreed en ten val kwam. Dankzij de gift van een onbekende fietser kon Arre aan slag met een pleister om het ongemak van de belangrijkste wond vakkundig te verhelpen. Door deze val moest Wiebe helaas gedurende de verdere tocht het kopwerk aan anderen overlaten.

Voor mij nieuw in deze tocht waren het overslaan van de winkelstraat in Renkum en de onderlangs bij Wageningen waardoor de sprint naar de top van de Berg ontbrak en derhalve door niemand werd gewonnen. Wel fijn was het laatste stuk over de dijk naar de Blauwe Kamer waar gebeukt moest worden tegen de wind.

De Blauwe Kamer had de corona-maatregelen op orde, hoewel enkele Bello’s schrokken van het feit dat er alleen gepind kon worden; zij worden met een contant bedrag op pad gestuurd. De pauze-gesprekken waren geanimeerd, uiteraard kwamen de pensioenen en aow uitgebreid aan de orde, waarbij Ton helaas Ferry op de kast kreeg door te melden dat zijn pensioen dit jaar wel was geïndexeerd (i.t.t. die van Ferry). Een traktatie kon er echter niet af (…). Verder nog enig verwachtingsmangement over het te nemen openbaar vervoer naar Opheusden en de verplichting tot het gebruik maken van mondmaskers daarbij. Bij het oprijden van het veerpont bleek in verband met de storm dit gebruik niet nodig.

Na een mooie maar helaas zeer korte vaartocht kwamen we eindelijk in het walhalla. Storm in de rug, geen stoplichten en knallen maar. Mijn Garmin meldde mij bij thuiskomst dat alweer een 40K record was gebroken, 1 uur, 17 minuten en 48 seconden. Dit moet het grootste deel van de thuisreis zijn geweest. Het laatste deel van de tocht bestond uit het afscheid nemen, in Arnhem, Rheden, De Steeg (Arre) en Ellecom werden Bello’s uitgezwaaid waarna Wiebe thuis werd gebracht en Meindert in Laag-Soeren werd losgelaten. Alleen arriveerde ik in Eerbeek, met een tevreden 102 km op de teller. Een gave tocht.