Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Weissensee

Weissensee 2004. Op de dag van vertrek naar de Weissensee, zaterdag 24 januari, kwamen de buren ongerust informeren of we daar nu wel naar toe zouden gaan. De meest verschrikkelijke verhalen stonden in de krant. Extreme kou, botbreuken, bevroren lichaamsdelen leidend tot amputaties (gek genoeg van tijdens schaatstochten bijna niet terug te vinden lichaamsdelen), al dan niet gepaard gaande met ziekenhuisopname. Oorlog op de Weissensee. Yes! Een echte winter met echte uitdagingen. De zin om te gaan werd er alleen maar door aangewakkerd. De overnachting van zaterdag op zondag in Inzell leverde zondagmorgen de eerste uitdaging op. Een pak sneeuw van zo?n 30 cm. noodzaakte ons tot het ?uitgraven? van de auto en (och, winterbanden had ik niet nodig) het omleggen van bij de ANWB gehuurde sneeuwkettingen. Nu staat op die dingen de aanbeveling om ze thuis uit te proberen, ja, zelfs een adres waar ze je daarmee kunnen helpen. Maar ja, handig als ik ben, is zo?n oproep aan mij niet besteed. Daar sta je dan, terwijl het sneeuwt met van die dikke vlokken die we van vroeger kennen, met de steeds natter wordende gebruiksaanwijzing in de hand ongelukkig om je heen te kijken. De zin die ik zaterdag had om te gaan bekoelde letterlijk en figuurlijk aanmerkelijk. Maar Pia heeft dan altijd een oplossing voorhanden. Die liet haar charmes los op Zuid-Duitse mannen. Mijn onkunde en onhandigheid in technische zaken heeft haar in de loop der jaren tot een specialist gemaakt en zie, in no time lag een Zuid-Duitse man onder mijn auto de sneeuwkettingen om te leggen. Met tien euro voor zijn kinderen of, naar keuze enkele potten bier, als ?voor wat hoort wat ? waren we uit de brand. Onderweg naar de Weissensee werd het weer gaandeweg beter en uiteindelijk werd de weg zelfs geheel sneeuwvrij zodat we de laatste klim naar Techendorf (15%) niet nogmaals in de problemen kwamen. De besneeuwde en dik bevroren (30 cm.) Weissensee oogde als een winters tafereel van Anton Pieck. Het (naar is gebleken uitstekende) kleinschalige familiehotel ?Gralhof? in Neusach was snel gevonden. Daar werden we door een uiterst aantrekkelijke en nog zeer jonge onderneemster (Almut) welkom geheten. Uren later dan gepland dus van schaatsen kwam die zondag niets meer. Zekerheidhalve had ik ingeschreven voor de 200 km. op zowel dinsdag als vrijdag. Stel dat de tocht op dinsdag om welke reden dan ook niet door zou gaan, dan was er een herkansing op vrijdag. Maandag was het goed weer en ook voor dinsdag zag het er, met bij zonsopgang ruim 10 graden onder nul en kans op wat sneeuw, goed uit. Dus besloot ik om op dinsdag de 200 km. te gaan rijden. Dat gaf een conflict. Enerzijds moest ik mij een beetje rustig houden om energie voor dinsdag te sparen en anderzijds had ik toch ook tijd nodig om te wennen aan alles wat inherent is aan het schaatsen op natuurijs op de Weissensee. Zoals de hoogte (930 m), de kou, het ijs (keihard) de scheuren (aanzienlijk), lange stukken in de wind rijden en noem maar op. En ook de reis van 1.000 km. zat nog in de benen. Het compromis was een training op maandag die zich beperkte tot ruim 2 uurtjes en zo?n 50 km. Echt lekker ging het niet. Genoeg redenen om de nacht van maandag op dinsdag onrustig door te brengen. Dinsdag om half zes opgestaan, douchen, eten, aankleden (altijd weer wikken en wegen)en om kwart voor zeven naar de start geschaatst. Om zeven uur klonk het startschot en gingen ruim 1.300 rijders in het donker, onder een bewolkte hemel en een kleine 10  onder nul, op weg voor de door hen gekozen afstand. Voor velen, waaronder startnummer 4135, de 200 km. De ijsmeesters hadden dit jaar voor het eerst kans gezien om met behulp van een houten bekisting en ijstransplantatietechnieken het ijs onder de brug, die de scheidingslijn vormt tussen het ?kleine meer ? en het ?grote meer ?, betrouwbaar te maken en een route uitgezet van 25 km. waarvan 12,5 km. op het kleine meer en eveneens 12,5 km. op het grote meer. Dat vergde 8 keer een rondgang om de 200 km. te volbrengen. De 12,5 km. op het kleine meer waren reeds de weken daarvoor flink beschaatst en de scheuren indrukwekkend. Het eerste kleine uurtje in het donker leverde dan ook flink wat valpartijen op. Ik kwam er met eenmaal een buiteling goed van af. Op het grote meer was de route nog nieuw en de ijskwaliteit uitstekend. Daar kon ik de geest weer in de fles krijgen en vol goede moed beginnen aan het avontuur van 200 km., toch altijd weer afzien. De eerste drie rondjes ?zwom? ik teveel tussen groepjes in en dat kostte veel energie. De rondetijden (incl. korte verzorgingstops) begonnen na een eerste ronde van net 1 uur, via 1u en 10m op te lopen naar 1u en 17m en dat werd er niet beter op toen het bij het begin van de laatste twee ronden begon te sneeuwen. Om vijf uur was ik binnen en had ik 10 uur op de schaatsen gestaan. Een uur langer dan vorig jaar. Minder conditie? (lijkt mij niet; zegt de gemiddelde HF van 107 daar wat over?). Gewenningsperiode te kort? ( was vorig jaar 4 dagen ). Zwaardere omstandigheden? Wie het weet mag het zeggen. Ook andereren deden er langer over dan verwacht. Maar afgezien van een stijve rug en verkrampte schouders van alsmaar de handen op de rug voelde ik mij niet echt moe. Wel was ik blij dat het erop zat. Ongevalletjes vinden er tijdens zo?n tocht altijd wel plaats. Zelf ben ik drie keer onderuit gegaan, overigens zonder gevolgen. Maar van de afschrikwekkende verhalen ( waaronder dat van geamputeerde geslachtsdelen) zoals die in de kranten werden gepubliceerd was absoluut geen sprake. Ook niet toen het de vrijdag daarop bij de start wederom 24  vroor. Natuurlijk deden zich bevriezingsverschijnselen voor (tenen, vingers, bovenbenen, wangen), vaak door onzorgvuldigheid en/of onervarenheid en trof hier en daar iemand het noodlot van een botbreuk of bloedende wond en werd incidenteel iemand naar het ziekenhuis gevlogen, maar dat doet zich elk jaar voor. Ook in Nederland als daar geschaatst kan worden. Gelukkig maar dat de paniek die gezaaid werd de echte schaatsers niet thuis heeft gehouden zodat er ook dit jaar weer sprake was van een onvergetelijk schaatsfeest voor zo?n 5.500 landgenoten. Voor mij zat dus dinsdagavond de klus er eigenlijk al op. Dat gaf rust in de tent. Woensdag de stijfheid er uit gewandeld, donderdag weer lekker geschaatst en beide dagen naar de criteriums van de grote jongens en meiden gekeken. Prachtige sport. Vrijdag heb ik, na te hebben uitgeslapen en rustig te hebben ontbeten, de schaatsen onder gebonden en mij onder de toertochtschaatsers van die dag gemengd. Na twee rondjes heb ik met Pia in het dorp koffie gedronken en daarna de 100 km. volgemaakt. Om half vier lag ik in het vrijwel nog nieuwe ?Saunahaus ?van ons hotelletje (met het dompelbad in het naastgelegen botenhuis in de Weissensee) te kijken naar de zwoegende 200 km. schaatsers van die dag. Prima afstand eigenlijk die 100 km. Lekker rustig. Ik overweeg om volgende jaar die afstand op zowel dinsdag als vrijdag te rijden om zo de 200 bij elkaar te sprokkelen. Zou ik de daad bij het woord kunnen voegen? Zaterdag nog wat geschaatst (hetgeen mijn totaal bracht op zo ?n 400 km.) en vooral gekeken naar de alternatieve elfstedentocht met alle grote kanonnen aan de start. Het wedstrijdverloop was buitengewoon spannend en kreeg met Henk Angenent een terechte winnaar. Alle ingredi?nten waren ook dit jaar weer aanwezig voor een prachtig schaatsfeest. Jammer is dat Club Bello (toch schaatsclub van origine) de laatste jaren slechts met ??n deelnemer en begeleider/supporter (alle lof voor Pia) vertegenwoordigd was. Al die andere schaatsende leden zou ik willen oproepen om volgend jaar de laatste week van januari ook eens te reserveren, je partner mee te nemen en de kleuren van Club Bello wat breder op de Weissensee uit te dragen. Maakt niet uit voor hoeveel kilometer. Op het moment dat ik dit verhaal opteken, ben ik alweer in training voor volgend jaar. Vorige week dinsdag geschaatst in Deventer ( viel tegen ), een ATB-tochtje van 45 km. met de Veluwerijders op woensdag en zaterdag jl. een 60 km. lange ATB-tocht in Nunspeet met Aart B. en Bennie en Marcel van de Veluwerijders. Nat, modderig en koud maar?prachtig. Nu nog een weekje ijspret in Nederland. Dat zou de slagroom op de winterse taart zijn. Wiebe.