Zo, het slotdiner is zojuist in een liederlijk whiskyfestijn geeindigd. Maar als het goed is, zijn alle mannen in de juiste hotelkamer terecht gekomen, hoewel ten aanzien van Rijck enige twijfels bestaan. Hij was weer eens zijn kamernummer “vergeten”.
Dan het diner, hoewel het adres van een betrouwbare site afkwam, bleek veel op te zijn. Wijn was nauwelijks op voorraad dan wel moest worden afgekeurd, bestek en koffiekopjes waren er onvoldoende. Uiteraard werden muizenhapjes geserveerd, dus de Bello-isten moesten al weer tijdens de tocht afkicken van fatsoenlijke maaltijden. Met enig heimwee werd gedacht aan het diner in Quillan waar een voortreffelijke parelhoen beschikbaar was.
Deze vrijdag, onze laatste fietsdag, beloofde nog 3 flinke Collen waarvan 1 boven de 1000 meter. Na opnieuw een fatsoenlijk ontbijt (hier is dank op zijn plaats aan Marlies voor de nagestuurde mail met voedingsaanwijzingen aan de hotels) reden we om 9.00 uur direct de Col de St-Louis op. Het schijnt een meting te zijn geworden wie de langste heeft en de jongste winnaar werd.
De afdeling was naar het oordeel van Maarten de allermooiste: vooral de 360 graden bocht waarbij je onder je zojuist gereden weg doorrijdt, was fraai. Op weg naar de volgende Col wist Wim in Gincla de fraaiste koffieplek van dit jaar te vinden, het Hostellerie du Grand Duc. Een hotel even groot als de rest van het dorp bij elkaar. Met een kat die allerlei lekkers zoals slangetjes uit de tuin kwam brengen. Daarop volgde een zeer fraaie klim door een smal dal met een bergstroom, oude bomen, schedels en grote paddestoelen langs de route: een sprookjesbos.
Vlak onder de derde berg, de Col des Auzines, op een fraaie plek in een totaal leeg groen heuvelachtig landschap werd de laatste buitenlunch door Wim geserveerd. Goed zoals alle dagen, dit keer was het toetje een gekookt ei. Niet iedereen hoefde zodat tijdens de terugreis de buschauffeurs nog een extra lekkernij hebben voor onderweg.
Daarna in een heerlijk zonnetje kilometers afdalen, over brede wegen en dwars door een aantal Franse dorpen, door steegjes waar we koffiekopjes van de tafeltjes konden plukken en langs appelgaarden waar de gaten in de weg waren gevallen. Dus lekke band nummer 3 (Ruud) van deze week. Veel handen maken licht werk, waarna we snel door konden naar het fameuze champagnepunt waar de afronding van de GBBT als het goed is heelhuids wordt gevierd. Dit keer met de van Neef Bert (van Pieter) gekregen Marratse rode wijn. Deze onschuldige wijn werd door sommigen als cognac-achtig aangemerkt.
Na een behouden aankomst in het Ibis-hotel hartje Perpignan werd als een razende bier genuttigd en ook de bus voor de terugreis ingericht. En dat in de hectiek van de vrijdagavondspits die stevig was. En zo schoven we dus aan bij het eerste slotdiner van de GBBT: carpaccio met zalm, inktvis risotto, kalfsvlees en een onbekende reep (en whisky) toe. Ook de laatste dessertwijn van het restaurant werd opgemaakt.
Een Bello-diner zonder speech bestaat niet, Roel verzorgde die deze avond. De notulen zijn bij mij in te zien, in algemeenheid werd iedereen bedankt, vooral voor het uit handen nemen of het juist bezorgen van werk! Ook anderen spraken hun dank uit voor diverse geleverde prestaties. Ons aller dank ging uit naar Wim, niet alleen weer een prima assistent-boekhouder, maar een bijna onvolprezen chauffeur, prima inkoper en perfecte lunchregelaar. Wim: BEDANKT.
Inmiddels is het zaterdag 1 september en worden de troepen om 7.30 bij het ontbijt verwacht om de terugreis langzaam aan te laten aanvangen. Welterusten dus.