Verslag dag 3 GBBT2019
We ontbijten naar Spaanse begrippen vroeg, special treatment, volgens de ober, om acht uur, zodat we rond half 10 op de fiets zitten.
Het zou volgens Ferry een zware dag worden (what’s new?) want de langste afstand, 140 km, met drie puntige uitsteeksels erin. Maar wel langer dalen dan stijgen, per saldo 800 meter naar beneden.
De dag begint grijs, maar al gauw klaart het op en het weer wordt in de loop van de ochtend steeds beter. We rijden langs het enorme stuwmeer onder welks oppervlakte een aantal verdronken dorpjes, althans de resten daarvan, liggen.
De eerste klim ligt mooi en is niet te zwaar. Fraai landschap en vergezichten, doet soms aan Schotse hooglanden denken, soms aan de Dolomieten. Het wegdek van de afdaling is helaas niet van de kwaliteit waaraan we in Spanje in inmiddels gewend zijn, nl. biljartlakenglad, daar mag nog wel een Europees subsidietje tegenaan.
Beneden drinken we koffie in Alquiesqui. Het is inmiddels 11.30.
Het leed en de inspanning van de volgende klim is direct vergeten als we de afdaling inzetten. Wat kan de zwaartekracht mooi zijn! We zeilen over een prachtig aangelegde weg naar beneden, af en toe een koe, hond of paard omzeilend. De weg worst steeds rechter, en met vals plat naar beneden knallen Roel en ik, achtervolgd door een lokale wielrenner, door het dal en nissen bijna het bord “Bello 1,5 km naar links” en Ruud die onder dat bord in een stoel zit en ons toeroept. En inderdaad, rechts staat de bus van Theo bij een stationnetje onder de bomen, de lunchtafel ruim voorzien van allerlei lekkers al uitgeklapt. Pannenkoeken en eieren worden gebakken op een geïmproviseerd kookstel. De vermoeidheid van enkele dagen fietsen begint nu toch wel zichtbaar haar tol te eisen; opvallend veel Bellisti liggen op grote dekens onder de bomen half of geheel te pitten.
Maar we moeten verder, de meeste hoogte- en kilometers zitten er op. Vrij onverwacht begint na een bocht naar rechts de derde puist. Die is weliswaar niet zo lang en hoog, maar wel verdomd steil, 8% met uitschieters naar 9 en 10.
De afdaling loopt mooi, schrijver dezes moest helaas 20 km voor het einde wegens lichamelijk ongemak verder in de bus. Omdat het net op dat moment ook echt begon te regenen, was dat nog niet zo’n slecht timing.
Het bleek moeilijk om per bus de groep over fietspaden en rare weggetjes te blijven volgen, zodat we direct over de grote weg naar het hotel zijn gereden. Daar arriveerde de rest wat later ook. Zij hadden nog wat extra hoogtemeters en nattigheid. Hotel blijkt groot en luxueus. Vinden we niet erg. Na fietsen stallen, douchen en borrelen met Pieters snacks maken we tegen negenen onder leiding van Roel een meanderende naar boven tocht door Orviedo. Nog wat extra hoogtemeters te voet kan geen kwaad, vond Roel kennelijk. Leuk restaurant, plaatselijke keuken, wel veel rijst, obers die cider schenken vanuit de schouder naar de heup in lange straal, maar wij prefereren een, nou ja, meer dan een, mooie Rioja en Albarino.
Pas tegen twaalven terug in hotel. Latertje, maar morgen mogen we uitslapen.