Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Tikkie

Ik heb vandaag een tikkie uitgedeeld aan de Bello ’s die onderweg waren met de zondagse Bello-rit.

De oproep ( of eigenlijk meer de vraag ) op de Bello-app  van Willem om vanmorgen bij de Spar aan de start te verschijnen kon ik niet weerstaan. Eerstens omdat de kans groot zou zijn op een vlakke rit; Etten staat immers hoog in de rit-vocabulaire van Willem. En ten tweede omdat je altijd op Willem kunt rekenen als de noodzaak zich daartoe voordoet ( hoewel Willem vanmorgen graag van de assistentie van de andere Bello ’s gebruik maakte ). Maar dat even daargelaten, meldde ik mij op de groepsapp met de mededeling: Ik kom wel. Ferry zou niet aanwezig zijn zo wist ik. Dat Pieter met zijn afmelding de hele Ellecomse afvaardiging om zeep hielp, deed mij veronderstellen dat de opkomst in een klein pelotonnetje, of misschien wel in een tweemanschap, zou resulteren.

Maar dat viel mee. Want Maarten is voor meer dan één Bello te tellen. Gewaardeerd om zijn persoon, gevreesd om zijn kopwerk. Mijn oproep om enig mededogen werd bij de Spar gehonoreerd maar als dan na de pauze de kruissnelheid enige tijd oploopt naar 35 km. per uur, dan is wat mij betreft die vrees gerechtvaardigd. Gelukkig is er dan Willem om na een bocht het gat dicht te rijden of even een handje in de rug om mij weer te laten aansluiten. Bij de lezer kan de vraag  opkomen of racefietsen wel plezier oplevert. Mijn antwoord is ja, tijdens het fietsen voldoening maar vooral ook door het gevolg ervan. Bij racefietsen hoort afzien en een beetje lijden zodat endorfines worden aangemaakt waar je lang na het fietsen een plezierig gevoel van ondervindt.

Bij de start moeten we het dus doen zonder Ferry. De route wordt niet kant en klaar aangeleverd, rekening houdende met de wind en nog wat van die dingen waar Ferry patent op heeft. De mogelijkheden passeren de revue. Het Hilletje bijvoorbeeld. Maar ook een rit richting Elten, waarbij onduidelijk is waar de koffie te pruimen valt. Maarten heeft zo zijn favorieten. Laren dan? Door de Voorsterklei naar Deventer, dan nog 15 kilometer en bij Restaurant Witkamp aan de koffie.

Dat wordt het pauzeadres. Kort na de start een hindernis voor Willem, omdat ter hoogte van de begraafplaats in Hall een lekke band zijn deel is. Na een nieuwe bandje dat zich moeilijk laat omleggen en iedereen er aan heeft bijgedragen Willem van een beetje lucht te voorzien, kunnen we onze rit hervatten. Navrant is om daar op het bankje voor de begraafplaats een leeg sigarettenpakje te zien liggen met het opschrift dat roken dodelijk is. Zou iemand zich hier georiënteerd hebben op zijn laatste adres?

Comfortabel in het wiel van mijn twee kompanen, de één hoogfrequent trappend en de ander met krachtige pedaalslagen, probeer ik uit te vinden waar ik mij het meest naar kan richten. Nou, ik kom het meest in de richting van Willem, maar de trapfrequentie blijkt toch individueel bepalend.

Na 48 kilometer leggen we aan bij Witkamp in Laren voor koffie met, het moet gezegd, heerlijk appelgebak. Er strijkt nog een peloton wielrenners neer, die ons qua lichaamsgewicht flink overtreffen zo schatten wij in. Het kan niet anders, zo wordt verondersteld, dat daar het nodige appelgebak met slagroom in gaat. Maar, zo blijkt maar weer, vergissen is menselijk. Na een kopje koffie en hier en daar een banaan stapt het gezelschap na een kortere stop dan de onze, weer op. Man en vrouw ( Jeanne )  Veluwerijders arriveren bij Witkamp op het moment dat wij klaar staan voor vertrek.

Weer op de fiets kleurt de wereld grijs en grauw en een kleine regensluier zorgt tevens voor een daling van de temperatuur. Maar na Lochem richting Vorden is dat allemaal weer voorbij en kan ik in mijn gedachten reeds de contouren vormen van dit verslag. Want na Maarten met een 2 en een evenzo grote score van Willem besluit het lot dat ik daar met een 6 maximaal overheen ga.

Met Maarten ( alsmaar ) op kop zoekt ook Willem zo nu en dan even zijn achterwiel en gaan we richting die genoemde 35 kilometer. Misschien, zo opperde ik onderweg, is een snelheidsmeter  voor Maarten wel een uitkomst om hem in bedwang te houden. Want evenals Bauke Mollema fietst Maarten hier zonder. Willem deelt mijn mening niet. Gaat Maarten alleen maar harder van fietsen is zijn oordeel.

We pauzeren nog even voor een voor mij wenselijke drinkpauze op de kop van de dijk bij camping Het Zwarte Schaar in Doesburg. Daarna snel naar huis waar we tussen 12.30 en 13.00 uur arriveren met voor mij 90 km. rondgemaakt op de teller en een gemiddelde snelheid  die de 29 km. per uur raakt. De endorfinen hebben de hele dag huisgehouden in mijn lijf. Het was een mooie, plezierige rit die deelname van meer Bello’s verdient.

Oh ja, het tikkie dat ik uitdeelde, dat is een tientje de man, waarmee ik mijn vrienden van katoen geef.