Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Retourtje

Retourtje Hoch Elten (BRD) via de Liemers en het Rivierengebied Afgelopen zondag 14 oktober melden zich Wiebe, Maarten, Arre, Rocus, Willem, Coen en Arne. We staan voordat we vertrekken om 9 uur 10 letterlijk even stil bij de toch wel heftige ontwikkelingen in de gezinnen van een aantal van onze renners. Inmiddels is afgelopen week bekend geworden dat Roel binnenkort zal worden geopereerd, en met de meest recente berichten hebben we er wel een goed gevoel bij dat deze ‘beer’ daar wel goed, beter zelfs uit gaat komen. Vergeet allemaal niet hem nog iets in Eerbeek te sturen voordat hij naar Zwolle en daarna Zutphen gaat. Het veel mindere goede nieuws is dat Pia, geliefde vrouw van Wiebe, gediagnosticeerd is met kanker van de dunne darm. En dat, om met Wiebe te spreken, zij samen ‘helemaal aan het begin staan van een hele lange rit bergopwaarts’. Er is zeker meer dan genoeg hoop en een hele goede kans dat het goed komt, maar ze zijn natuurlijk enorm geschokken, wij vinden het vreselijk voor hen, leven mee en wensen hen ontzettnd veel sterkte en geluk toe. Begrijpelijk dat Wiebe zich niet op kop stuk wil fietsen, zijn gedachten zijn wel ergens anders. Toch zal het regelmatig blijven fietsen (op zijn nieuwe fiets, een ‘beauty’) met zijn maats hem helpen zelf deze tijd goed door te komen en sterk aan Pia’s zijdete staan. Dan nu iets over de rit zelf. Met het collectieve ‘excuus’ ?? dat de zon zo mooi schijnt en dat het dan zonde is om in de bossen te gaan rijden zoeken we de Liemers op en keren dus Veluwezoom snel de rug toe. Het gaat naar Hoch Elten. Bij het wegrijden zien we 4 ‘esgargots’ op de rotonde en we rijden samen de eerste kilometers op richting Doesburg. Van daaruit zoeken wij ons een weg richting de meest zuidelijk gelegen terreinen van Natuurmonumenten in Gelderland, zijnde het bijna 1800 hectares grote Bergherbos tussen Beek en ’s Heerenberg. Dit is overigens een van de fraaiste bosgebieden van Nederland, prachtig gelegen op een enorme heuvel, met werkelijk ideale groeiplaats omstandigheden, hetgeen ons de Nederlandse baby equivalenten van de ‘Giant Sequoia’s’ oplevert. Er staan in dit bos Douglas sparren met omtrekken van meer dan 2.5 a 3 meter en snel 40 meter hoog. Maar zien de Bello’s dat soort dingen, of zien ze alleen het glimmende ‘lycra’ van de man voor hen ? Er wordt flink gereden, maar je voelt natuurlijk wel dat ze zich eigenlijk allemaal zitten voor te bereiden op het klimmetje direct na het passeren van uitspanning ’t Peeske. Wiebe heeft een uitemate mooie nieuwe fiets, en kan die zo direct eens even uitproberen. De slim van ‘achteren rijdende Coen’ komt opeens langs en de mannen met het grootste klimvermogen zijn weg en jagen het tempo op. Vermeldenswaard is de sterk rijdende Rocus. Naar later blijkt, is dat naast de nog aanwezige extra spiervezels uit de Pyreneeen mede te verklaren door zijn geheime doordeweekse spinfiets uurtjes (Bravo !). Achter het Bergrebos gaan we de A12 over en rijden nu bij de oosterburen. Na wat geringel komen we aan de voet van de Elterberg, waar we achter een vrijwel in wit rijdende wielrenster mogen aanhaken die er goed de ‘sokken’ in heeft samen met haar vriendje of trainer. Ik heb het gaande de bult allemaal steeds wat meer van afstand bekeken, samen met Wiebe. Er waren in ieder geval een aantal Bello’s die hier moesten toegeven dat je zo’n meid niet makkelijk bijhoudt, kwestie van leeftijd, hormomen, ‘whatever’ ? In het hotel neergezeten komt de mededeling dat er tot 12 uur (!) geen taart is. Een letterlijk ongelooflijke en ongeloofwaardige mededeling van de ‘gerant’. Een aantal Bello’s kijkt bezorgd, want het is bekend dat ze dit taartje nodig hebben als ‘fuel’ om overdreven hard weer naar huis te kunnen rijden. Ik heb altijd zelf een reepje bij me voor dit soort (on-)gevallen, maar toch ga ik iets proberen voor de groep te regelen. Niet in mijn beste spaans, maar gewoon in een mengeling van Hoch Deutch en Niederlandisch. Na wat aanvullend onderzoek (enkele inleidende vragen) en het toepasssen van de juiste ondervragingstechnieken zwicht de man alnog en komt aan met wat hij notentaart noemt. Een enorme punt cake gemengt met veel slagroom, en een klein randje notenkorreltjes. Vooruit maar. We maken ons na de stop weer snel uit de voeten en koersen over de dijk bij Pannerden en hard rijdend langs de rivier weer naar Veluwezoom. Rond 13 uur is iedereen weer dicht bij zijn eigen voordeur en hebben we er zo’n 90 km. opzitten. De conclusie bij dit soort ritten is, we kunnen het allemaal prima bijhouden tot rond de 32 a 33 km/uur, bij plm. 35 a 36 km/uur zijn er Bello’s die moe worden, en boven de 37 a 38/km per uur krijg je echt een wat verscheurd peleton. En de mannen die continue boven de 40 km / uur willen rijden hebben eigenlijk hun roeping gemist. Zo was het eigenlijk ook in de Pyreneeen. Als je dat qua fracties uitrekent 36/33 en 38/33, dan hebben we dus een spreiding van krachten die zit tussen de 100 % en 115 a 120 %, als je mij nog kan volgen. (Dit verslag is tot stand gekomen na een democratische stemming tijdens de koffiestop op basis van de afspraken in de notulen van de jaarvergadering 2007; punt 1.33.67,C.)