Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Op zaterda

Op zaterdag 28 januari vertrokken Pia en ik voor onze jaarlijkse schaatsweek op de Weissensee. Voor de 4e achtereenvolgende keer alweer. Van zaterdag op zondag overnachten we dan in Inzell en op zondag rond het middaguur betrekken we ?onze? kamer in het kleinschalige en vriendelijke Gasthof Gralhof in Neusach aan de Weissensee, het 930 meter hoog gelegen bergdorpje in Karinti?. Het weerzien van de ?vaste gasten ? heeft bijna het karakter van een schaatserre?nie. Daarmee is gelijk de toon gezet. We kwamen aan met prachtig weer en dat heeft zich alle dagen van de week voortgezet. Want, ?s nachts zo?n 10-15 graden vorst, overdag een temperatuurtje tussen ? 5 en ? 0, nagenoeg geen wind en volop zon. We zijn dan ook gekleurd teruggekomen. Gelukkig was zowel het ?kleine meer ? als het ?grote meer ? bevroren. Dat betekent zo ?n halve meter ijs. Omdat Gralhof aan het grote meer ligt is het voor ons erg plezierig dat het grote meer ook bevroren is en dat is lang niet altijd het geval. Nu was dat echter voor het derde achtereenvolgende jaar wel zo. We kunnen dan zo uit het Gasthof de baan op en het maakt het de organisatie mogelijk om rondjes te maken van 25 km. Alle schaatsers komen dan voor onze hotelkamer langs, dus uitermate plezierig om in zo ?n decor te verblijven. Het nodigde mij in ieder geval uit om zondagmiddag alvast een rondje met het ijs ?in gesprek? te gaan. En dat is wel nodig als je de ijsbaan in Deventer gewend bent. Scheuren kennen ze in Deventer niet, op de Weissensee des te meer. Dat kost extra inspanning omdat je je slagen niet kunt afmaken en een hoge mate van alertheid om de scheuren te ontwijken. Toch ga je zo nu en dan op je plaat. Ook ik ben er niet aan ontkomen. Gelukkig hebben mijn knie-, scheen- en heupbeschermers hun diensten bewezen. Maar de drukte in de EHBO tent en de bloedplekken op het ijs geven aan dat het niet altijd goed afloopt. Voorzichtig zie je ook in de schaatssport de helm zijn intrede doen. Ik heb mij laten vertellen dat ze een schaatshelm in de vorm van een muts aan het ontwikkelen zijn. Net als bij het wielrennen een kwestie van tijd dus en zeker geen overbodige luxe. Het weer zag er zodanig ?vast? uit dat het niet zou uitmaken of ik op dinsdag of op vrijdag voor de 200 km. alternatieve zou kiezen. Dus dan maar dinsdag gelijk aan de bak en daarom heb ik op maandag slechts 2 rondjes geschaatst om ?op te warmen?. Maar dat is dan wel gelijk 2 uur achter elkaar en in Deventer ben je nooit langer bezig dan hooguit 45 minuten want dan komt er weer een dweilpauze. Dus was het toch een aardige training. En dat merkte ik dinsdagmorgen, toen ik om half zes mijn bed uit moest om mij klaar te maken voor de start om 7.00 uur. Jawel, in het donker, net als bij de ?echte?. Mijn rugblessure ( die ik thuis had opgelopen ) in combinatie met een stijve rug als gevolg van de trainingsrondjes op de Weissensee, brachten mij tot het idee dat ik mij maar moest beperken tot 100 km. Maar ja, als je dan met de meute van zo ?n 1.500 schaatsers van start gaat is het leed gauw geleden en hoewel Pia mij zo nu en dan van het ijs probeerde te praten, regen de rondjes zich aaneen van 4 ( 100 km. ) naar 6 ( 150 km. ) en ja, dan ben je er zo dichtbij dat je de 200 km niet laat schieten. Die missie werd volbracht in 9 uur en 36 min. Ja, en dan zit de klus er op en krijg je rust in je lijf. De resterende dagen gezellig geschaatst met op vrijdag nog een afsluitende 100 km. Verder hebben Pia en ik veel gewandeld, gekeken naar de wedstrijden van de toppers, gepraat met iedereen die we weer tegenkwamen en natuurlijk ons natje en droogje op tijd genuttigd. Met 425 km. in de benen, terugkijkend op een prachtige schaatsweek, gingen we zaterdagmorgen om 9.00 uur op pad voor de thuisreis. Ruim 15 (!!!) uur later arriveerden we in Dieren. Files. Maar zelfs die konden ons niet uit ons goede Weissenseehumeur brengen. Bij leven en gezondheid en ijs en weder dienende, gaan we volgend jaar zeker weer.