Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Lengte 175

Lengte 175 km. Hoogtemeters 175 km. Duur 8.25 – 18.45 uur Deeln. Wiebe, Ferry, Coen (man of the day), Maarten en Rocus Weer 24º, goed zomerweer, redelijk bewolkt, natte start Met nog een tweetal weken te gaan voor « De zomertour » was het tijd om de door Ferry gespotte cyclosportieve toertocht met een afstand van 175 km. te proberen: De Ardense Pijl vanuit Dolhain. Ondanks het voorspelde mooie weer, het mooie fietsmenu en de lage inschrijfkosten (3,25 Euro voor 175 uitgepijlde kilometers en drie bevoorradingen, was het niet superdruk aan de Vesder. Netjes op tijd konden we ons in een oude barak, keurig in de rij, inschrijven en op een natwegdek vertrekken. Via een flauwe klim langs een drukke asfaltweg kwamen we in Jehanster. De duik naar het charmante dorpje Polleur en de Hoëgne was erg genietbaar en ook Theux werd in alle gemak bereikt. De eerste serieuze klim van de dag was deze naar het dorpje Jevoumont, met 4,9 km lengte een hele forse. Na een vlak stuk richting Haut Regard, waar we konden herstellen, en de afdaling naar La Reid, volgde een pittig stukje “Maquisard”, die wel steil was maar niet echt lang. De volgende helling, de “Vecquée”, die zich aanbod na een heerlijke afdaling tot in het gehucht Marteau, kon echter wèl tellen, met ruim 4 km. bergop. Eenmaal deze killer achter de rug zaten we echt volop in de Ardennen. Via Stoumont en La Gleize bereikten we de oevers van de Amblève. Een nieuwe klim, dit keer naar Rahier en de bevoorrading daar kwam netjes op tijd. Water en koek, dat ging er wel. Daarna volgde opnieuw een lange klim, naar Ancienne Barrière. De beloning was een even lange afzink naar Basse-Bodeux en Trois-Points, alwaar wij manmoedig afscheid namen van de 120 km rijders. Een tijdlang volgden we de oevers van de volgende rivier, de Salm, maar even voor Grand Halleux werd het serieus: de lange helling naar Spineux en Wanne, dit keer niet langs de kerk naar boven, maar aan de zijkant langs het bos! Nergens erg steil, maar wel vermoeiend. De afdaling naar Wanne en Stavelot werd met verstand genomen. Aan de brug over de Amblève verlieten we het parcours om in Stavelot te gaan genieten van koffie, mocht ook wel want ondertussen was het al wel 12 uur geworden. Twee grote wafels met aardbeien en een abrikozentaartje werden enthousiast genuttigd. Na de prettige pauze door naar de Côte du Vieux Château, die ‘aanvaardbaar’ steil, maar door de kinderkopjes toch lastig is. Verderop staken we de autosnelweg over kwamen we in de Oostkantons terecht. Na de moeilijke klim via Bellevaux en Lamonriville bereikten we al meer uitgeput Malmédy. Daarna volgden de hellingen naar Chodes, Walk, Ovifat en Xhoffraix met 130, 60, 60, en 70 meter hoogteverschil op zich niet moeilijk maar hakten er opnieuw in. De gevreesde “De Muur van Ster” viel erg mee zodat we in Francorchamps opgewekt op een terras plaatsnamen voor een kopje soep. Een oververhitte ober had geen tijd en geen keuken zodat we na een kwartier pissig, maar wel leeg, weer op de fiets stapten. Gelukkig maar want de lange Côte de Rosier kwam er aan. Een hoogteverschil van 255 meter, te bedwingen over 4,7 km. Iedereen was leeg en in vorm zodat we gestaag, onderweg genietend van de vergezichten over de Ardense bossen, naar boven gingen. Het was broeierig op de helling, iedereen kwam boven met straaltjes zweet onder de helm uit lopend. Na een verwarrend moment, volgens de pijl op de weg rechtsaf, volgens een grote opgehangen pijl linksaf, arriveerden we toch via de juiste route langs Creppe uiteindelijk in Spa waar we ons soepmoment zouden krijgen. De koffie en cola was prima, verder waren er voor vermoeide fietsers alleen tosti’s geschikt. Deze smaakten gelukkig goed zodat we toch enigszins gesterkt de laatste 30 kilometer konden afronden. Eerst een korte maar zeer hevige Côte d’Annette et Lubin, die ons direct van het centrum van Spa naar het plateau van Balmoral bracht, waarna het slotakkoord voor deze toertocht was weggelegd voor de klim naar Surister vanuit het dal van de Hoëgne. De allerallerlaatste krachten werden gezocht om deze 150 hoogtemeters te overwinnen. Vervolgens het grote blad op om vliegend de laatste kilometers bergaf naar Hèvremont, Goé en terug naar Dolhain af te leggen. De weg leeg, geen wielrenners meer te zien, het startterrein volledig verlaten en twee Nederlandse auto’s die stonden te wachten hun passagiers. Daarna terug naar het hotel/tennishal waar we in de kleedruimte van de tennishal gezellig konden douchen. Schoon en fris kon in de luie bank met een Val Dieu biertje de evaluatie beginnen. Conclusie: een perfecte gezamenlijke (!) tocht, geen wanklank te vinden, op de voetbalwedstrijd na die we meekregen via het restaurant (met als gasten 2 Bello-isten) en de radio op een lege snelweg.