Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Het ?Marat

Het ?Marathon Magazine? , huisorgaan van de Stichting Winter Marathon (SWM) adviseerde de Weissenseegangers om te overwegen met de (auto)trein te gaan. Zo gezegd zo gedaan. Maar omdat de dagen waarop de autotrein reed niet aansloot bij de reservering van ons hotel, togen Pia en ik op zaterdag 29 januari per auto richting Oostenrijk. Mooi weer, nauwelijks vrachtverkeer en schone wegen. Evenals de afgelopen 2 jaar koersten we op Inzell aan voor een overnachting. Maar daar misten we de afslag en dus werd het Neukirchen, 6 km. verder. Daar deed zich zondagmorgen de winter voelen met 14 graden vorst die, als je op reis bent naar een bestemming waar geschaatst moet worden, de burger alleen maar moed geeft. Van Neukirchen naar Neusach (aan de Weissensee) is het nog maar 200 km. rijden. Met links en rechts bekende skigebieden, een aantal graden vorst, een fraai zonnetje en een week ijspret in het vooruitzicht was dat een waar genoegen. In de middag van zondag 30 januari arriveerden we in ?Gasthof Gralhof?. De Weissensee lag er prachtig bij en vele van de 7.000 mensen die van 26/1 tot en met 5/2 aan de Weissensee te gast zijn, vonden daar het schaatsvertier waar we in Nederland vergeefs op wachten. Gauw de koffers uitgepakt en over het ijs van het meer (dat is best even wennen ) naar de grote tent gewandeld. Om de sfeer te proeven, de startnummers te halen, de dagkranten in te zien en oude bekenden tegen het lijf te lopen. De middag vloog om zodat het in no time 18.30 uur was, de tijd waarop dagelijks het diner (met uiteraard een glaasje wijn ) wordt geserveerd. Gralhof is een kleinschalig Gasthof dat wordt geleid door een bloedmooie jonge eigenaresse, ( Almut Knaller ) opvolgster van haar moeder ( die nu nog de keuken bestiert ) en vader ( die in ?lederhosen? in de bediening helpt en de aanliggende boerderij runt ). Een prachtige sauna aan de Weissensee completeert het Gasthof. Het dompelbad van de sauna is gesitueerd in het botenhuis dat ijsvrij wordt gehouden. Heel normaal is dus dat je overdag schaatst OP de Weissensee en daarna een dompelbad neemt IN de Weissensee. Goed voor veel foto ?s van slechts in een lendendoek gehulde saunabezoekers temidden van sneeuw en ijs. Dit jaar had de SWM een route uitgezet over het grote ?n kleine meer van 25 km. De hele week bleef het ?s nachts vriezen tussen de 5 en 15 graden en overdag lag de temperatuur zo tussen min 5 tot rond het vriespunt. Beter kan haast niet. Maandagmorgen na het ontbijt(buffet) snel de schaatsen ondergebonden om het natuurijsgevoel te krijgen. Dat is toch even wennen en, omdat ik mij, gelet op de weer- en ijssituatie, al had voorgenomen om dinsdag de 200 km. te schaatsen, beperkte zich dat tot 2 rondjes ofwel 50 km. Natuurijs en scheuren horen onverbrekelijk bij elkaar en aan valpartijen ontkom je dan ook niet. Ook ik kreeg met 2 flinke buitelingen, een bebloede kin en een flinke buil op mijn heup, mijn deel. Maandagavond alle schaatsspullen klaargelegd en om 10.00 uur naar bed want om half zes zou de wekker aflopen. Lekker slapen. Nou ja, op de momenten dat je niet wakker ligt en lekker is er al helemaal niet bij. Jonge jonge wat een ellende, waar Pia in deelde natuurlijk. Maar uiteindelijk stond ik toch met nog zo?n 1.200 half uitgeslapen enthousiastelingen aan de start en kon het grote afzien beginnen. Het was nog donker, uitkijken dus. Rustig aan en niet forceren. Het eerste rondje ging goed maar toen begon het te sneeuwen. De eerste valpartijen deden zich voor. Gelukkig bleef ik op de been. De grauwe lucht beloofde niet veel goeds. De sneeuwbui dreef voorbij maar daar kwam een harde wind voor in de plaats. Die joeg de vers gevallen sneeuw metershoog op en het leek wel alsof de Weissensee in brand stond. Windhoosjes noodzaakten de rijders om in groepen te rijden die zich zo nu en dan schrap moesten zetten om niet terug te waaien. Het was een heel geworstel om 12,5 km. van oost naar west over het meer te schaatsen. Het gevolg ervan was dat rijders afhaakten en besloten om het later in de week nog maar eens te proberen. Als het was blijven sneeuwen zou dat ook mijn keuze zijn geweest. Maar een beetje (veel) wind kon ik wel aan. Op dat soort momenten blijkt maar weer eens dat de trainingen niet voor niets zijn geweest. Ook mijn verzorging was goed voor elkaar. Na het eerste rondje stond Pia bij de start/finish en had drinken voor mij geregeld. Maar die plaats was gereserveerd voor medewerkers van de organisatie. De leider van dat geheel zag Pia en zei: ?Vrouwtje, je mag hier wel staan maar dan moet je wel helpen?. Wel, geen probleem, dus stond Pia de hele dag sportdrank, thee, krentenbrood, rozijnen en soep uit te delen en rijders die haast niet meer konden troostend en opbeurend toe te spreken. Ze zag met veel plezier de andere kant van het schaatsen. Het 5e en 6e rondje zijn altijd vervelend. Weliswaar zit de helft er op maar je bent er nog lang niet. Lichaam en geest beginnen hier en daar te protesteren en de rondetijd loopt op. Maar na het 6e rondje tekent de haalbaarheid van de missie zich af en herpakken de rijders zich. Het laatste rondje is een ware zegetocht. Toch maar weer mooi de 200 km. gehaald! In mijn geval in 9 uur en 56 minuten. De 449ste plaats van de 655 rijders die 200 km. schaatsten. Na de rit eerst koffie en daarna de douche. Tijd voor de sauna is er die dag niet meer want het diner wacht. Nooit smaakt eerst het pilsje en later het flesje wijn lekkerder dan na zo?n tocht. De uitbaatster noemt en roemt tijdens de ?sieger-ehrung? de prestaties van haar gasten op die dag en dat wordt beklonken door een door haar aangeboden obstler. Vervolgens worden in een meerstemmige samenzang van de familie Knaller en de twee bedienden enkele prachtige liederen gezongen. Het zijn mooie en exclusieve optredens tijdens de SWM-schaatsdagen. Om lijf en geest weer wat op krachten te laten komen heb ik woensdag niet geschaatst. Maar met uitslapen, wandelen, koffiedrinken, kijken naar de criteriums van de veteranen en A- en B vrouwen- en mannenrijders ( de grote kanonnen) en lekker de sauna in zit je zo weer aan de avondmaaltijd. Tevens het moment van de verhalen, verwachtingen, pijntjes en blessures van alle gasten en Pia op haar best. Dagelijks gingen Pia en ik na het diner nog een rondje wandelen, 2 km. over het ijs ( stil en verlaten ), een kop koffie bij de brug, en weer 2 km. over de weg terug. En bij terugkomst is het bedtijd. Donderdag weer 50 km. geschaatst en, omdat ik veiligheidshalve ook voor vrijdag had ingeschreven ( stel dat de toertocht dinsdag niet door zou kunnen gaan of dat ik zou zijn uitgestapt ) vrijdag 100 km. Vrijdag was het weer goed en het ijs goed. Rijders die ?n dinsdag ?n vrijdag de 200 km. schaatsten registreerden een tijdverschil van rond 1 uur. En Pia? Die belandde weer achter de tafels voor de verzorging. Zaterdag was de mooiste dag van de week en dus troffen de grote mannen die deelnamen aan de ?alternatieve elfstedentocht ? het bijzonder. Ik heb die dag nogmaals 50 km. geschaatst hetgeen het totaal bracht op 450 km. Ik ben dus goed aan mijn trekken gekomen. Zelfs Pia bond op deze dag haar houtjes nogmaals onder en bracht haar weektotaal op 25 km. En verder hebben we met bewondering gekeken naar de dames en heren die van het schaatsen hun vak maken. Een prachtige strijd die Jeroen de Vries in een kleine 5,5 uur in zijn voordeel besliste. Bij de dames demonstreerde Petra Grimbergen haar suprematie door voor de 4e keer in successie als eerste over de eindstreep te gaan. Zondag zijn we, met nog steeds mooi weer, naar huis gereden. En dat was ter hoogte van Salzburg in de week dat wij aan de Weissensee vertoefden, wel anders geweest. De sneeuwval toen zorgde voor vertragingen van meer dan 7 uur en de hopen sneeuw langs de kant van de weg getuigden daar nog van.Gelukkig was dat aan de Weissensee voorbij gegaan. Een mooie schaatsweek zit er weer op. Met dit verslag hoop ik de leden van Club Bello, in het bijzonder de schaatsers onder hen, de genoegens van het schaatsen van tochten op natuurijs en alles er omheen, een beetje mee te laten beleven. Hopelijk kan het volgend jaar weer eens in eigen land.