Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

GBBT 2018; Dag 1, Bayonne – Arette.

In Hotel l'Ours in Arette win ik bij de koffie na het uitstekende rennersdiner de dobbel van Rijck, en mag dus het eerste verslag schrijven. Leuk ! 
Vanochtend is bij het ontbijt toch wel sprake van een gezonde spanning onder de renners, immers, we begonnen de GBBT's ooit hier in Bayonne, en dat werd de eerste rit van een historisch mooie reeks. Bij de najaarsvergadering ten huize van Jan Steegh heb ik destijds gepleit voor een terugkeer naar deze plek, tien jaar na de eerste rit. Natuurlijk is er in die 10 jaar veel veranderd, helaas is niet iedereen uit die tijd erbij, maar misschien is het ook wel een hommage aan onze vrienden thuis en aan de twee jongens (Coen en Erik) die er helaas niet meer zijn, dat we deze tour nog een keer rijden. 

De vrijdagavond brengt ons naar een schitterend goed restaurant aan het water in Bayonne, en daar doet Ferry, onze onbestwiste tourleider en routeplanner de inmiddels bekende briefing voor de dag erna. Hij doet dat met een serieus gezicht en waarschuwd ons dat het een pittige eerste dag zal zijn. Het is tricky, je kunt je erop verkijken, immers, er zit als je naar de grafiek kijkt maar 1 serieuze piek in. Maar nee, je hebt er min of meer ongemerkt al zo'n 1500 hoogtemeters 'sluipenderwijs' opzitten voordat je aan de col van 800 hoogtemeters begint. Ook de indicatie dat een bepaald deel van het klim traject naar de col 'slechts' 11 % is, is gevaarlijk, want dat wil zeggen dat er uitschieters naar 15 % of nog erger bij kunnen zitten. En dat blijkt bij bijna iedereen er aardig in te hakken. Maar zover is het nog niet. 

Na het ontbijt om 8 uur vertrekken we om 9 uur na het nemen van de groepsfoto. Er zjn er veel mannen met de meest prachtige navigatie apparatuur. Alles moet nog een beetje op de juiste manir gaan draaien, blijkt bij het verlaten van de stad. Mijn conclusie is op dat moment dan ook, rij achter Ferry aan, en je hebt de beste kans op de route te bijven.  Het weer is bewolkt met de voorspelling van een buitje hieren daar maar geen grote ellende. 

Rustig peddelend lang een riviertje komen we plotseling bij het eerste vernijdige klimmetje, zoiets van heel kort even instappen op 18 % en dan een kilometer 10 % rijden, terwijl je lekker aan het fietsen was. Dat voelen we, en ook de appartuur van Rijck. Zijn bijzonder mooie batterij aan meters geeft halverwege de klim een hartslag van rond de 200 aan, dat is niet echt heel relaxed en maakt ook begrijpelijkerwijs onzeker. Voel ik dit nu echt, of hoe zit het, denk Rijck. We roepen Roel erbij, wisselen wat meters, sluiten interferentie tussen de meters uit, vragen iedereen met soortgelijke electronica even wat afstand te nemen en Rijck's hartslag wordt opnieuw opgenomen. Welliswaar is die nu aanzienlijk lager, maar we zijn toch niet helemaal gerust. Nadat hij nog een aantal kilometers meerijdt, besluit hij toch eerst zijn hartslag maar eens even vanuit de bus te monitoren, er ligt nog een hele week voor ons, why take stupid risks ? Heel verstandig dus. 

We arriveren al met al een klein uur later dan geplanned bij de koffiestop. Die is zeer geanimeerd in een verder redelijk uitgestorven dorpje. Ik denk dat we mazel hebben dat deze tent open is, en de gerant bevestigd ook dat hij normaliter gesloten is, maar nu toevallig open. +++ Karma. Het begint te regenen. Niet erg, het is maar weinig regen en zet niet echt door. Wel is het wegdek direct lekker nat en moeten we de rijstijl, zeker naar beneden behoorlijk aanpassen, je voelt gewoon dat als je vanwege een tegemoedkomende auto in een bocht onverhoopts iets extra moet remmen dat je op de verkeerde weghelft terecht kan komen, al dan niet liggend. Oppassen dus. 

We rijden verder naar exact de voet van onze col, met een inklim van zeg 20 %. Net daarvoor vinden we een vlak stuk en letterlijk binnen 5 minuten staat de volledige lunch, door Wim (en Roel ) superieur ingekocht uitgestald. Wat is dit toch ontzettend gaaf, hoe we in de loop van de jaren dit ritueel tot in de finesses onder de knie hebben. Met groot applaus voor Wim ! 
Na zo'n 40 minuten is het echt tijd om de klim te aanvaarden, er wordt nog wat getreueld, je kan het zien, maar dan gaat het nu toch echt gebeuren. Zoals gezegd, de inklim, misschien maar 150 meter is beestachtig stijl, en daarna vlakt het gelijk al weer af, naar wat Roel eufemistich noemt een acceptbele 10 %. Er zullen nog vele stukken op deze klim volgen waar je echt verlangt naar 8 a 10 %, zo stijl en heftig is het hier en daar. Iedereen begint zijn eigen tempo te rijden, het peloton van eeder die dag wordt nu meer een hamonica, waarbij de opvallende soeplesse opvalt, waarmee Henk met een ontstellend hoog traptempo even van de groep wegfietst, z'n GoPro4 pakt, wat shots maakt tot iedereen is gepasseerd, weer op zijn fiets springt, en vervolgens de hele groep gewoon weer voorbij peddelt. En dit voor en man met een kaal gewicht van 90 + kilo, dan denk ik, er moet wel een hele grote Diesel TDI in liggen ! Leuk om naar te kijken. Alleen als hij af en toe naar zijn kleinste verzet schakelt hoor je hem aankomen, omdat de kooi van zijn derailleur dan net zijn spaken raakt. Dt is bij de Bello's not done, dus misschien kan dat voor de komende dagen nog even wat technische aanadacht krijgen. Ook loopt je minder kans dat je kooi in de spken blijft hangen, waarbij je dan normaal gesproken ook gelijk helemaal stilstaat en op zoek moet naar een andere fiets. 

De eerste col van deze GBBT is in wisselende mate een leidensweg voor de deelnemers, een bewonedernswaardige minderheid floreert op dit soort hellingen, de meeste van ons gaan gewoon langzaam aan steeds een beetje meer kapot. Waar ik 10 jaar geleden, ik weet niet hoe me dat ooit lukte, samen wel Willem de enige was die niet van z'n fiets af hoefde, ook al reed ik soms 3 kms/uur is dat nu heel anders. In het enorm stijle stuk, zo'n 1.5 kms voor de top ga ik gewoon een stukje lopen, voor mij lopen ook Bello's, hoe het achter mij is kan ik niet zien. Ik voel geen schaamte, dit is wat het is, de berg heeft me bij de lurven. Het wordt nog erger. Na een tijdj stap ik weer op, het is niet ver meer, hooguit 200 meter, de laatste bocht, ik rij er doorheen, natuurlijk zit Henk daar om het vast te leggen. Daarna voel ik wat er komen gaat, kramp, en niet zo'n beetje. Ik denk, o.k. dan loop ik die laatste meters ook wel, maar nee, eenmaal van mijn fiets kan ik helemaal niet lopen. Ik moet hier staan en hopen dat het langzaam wegtrekt. Eenmaal bij de top begin ik weer te rijden, voel aan mijn benen, en denk, hoe zou het zijn als ze nu tijdens het fietsen weer op slot gaan. Hoe kom je dan nog van je fiets af ? Het zijn het soort bewustzijnsvernauwende gedachtes, die je leest in boekjs als de renner, op een gegeven moment ben je op de fets echt alleen nog maar met die ene vierkante meter jij en je fiets bezig. Op de col is het koud, iedereen eet wat, trekt jackjes aan, Ferry laat zich opwarmen in de bus, kachel op vol aan, en ontdooien die man. De renners druppelen langzaam aan weg, de diepte in. Ik ben de laatste, en maak de afdaling met de hekkesluiter van de dag, Maarten. Voor hem wellicht geen hele boeiende afdaling, want mede dankzij de kramp zit er voor mij geen serieus snelle afdaling in, ik ben sowieso niet zo van je over redelijk ongelijk asfalt in de diepe laten vallen en zo min mogelijk remmen. De afgrond rechts van me boezemd me ook wel enig ontzag in. Verder is het hier boven ontzettend mooi en kom ik langzaamaan weer in mijn ritme. Ergens bij een T-slitsing op zo'n 250 meter hoogte, we komen net van 1095 meter, doet iedereen de windjackjes weer weg en voert Roel, afwisselend met Ferry en Pieter de groep aan. Het is van de col naar het hotel nog een kleine 30 kms. koersen. De rit is welliswaar dalend, maar niet vlak, er zitten nog een paar aardige afsluitende kuitenbijters in. Rond 17:20 rijden we Arette binnen, Hotel l'Ours in zicht, het is een volledige fietswerkdag van 09:00 tot 17:15 geweest. De netto rijtijd schijnt door de digitalo's afgeklokt te zijn op 5 uur 30 oid. Het was ronduit prachtig, en wat vergeet je het lijden weer snel als je wat vlakker mag fietsen en je je eerste biertje voor je ziet staan. Om 19:00 serveert het hotel een uitstekend diner, daarna gaan de heren even het dorp verkennen en kan ik dit verslag mooi opschrijven. 

Tot zover. Morgen etappe 2 met daarin de col de Marie Blanque, de Aubisque en de Soulor. Al met al 100 kms, 2400 hoogtemeters, waarschijnlijk mooi weer !!!!

Arne